Zeven was Gordan Nikolić (1968, Servië) toen hij begon met vioolspelen. Twee jaar later al stuurden zijn ouders het talent naar een internaat voor vioolles. Vijf dagen per week. "Het was streng maar wij hadden dit ene geweldige ding: muziek. Het is als opgroeien in een kerk voor wie in God gelooft. Daar ligt de oorsprong van mijn intimiteit met de muziek." Nikolić vervolgde zijn studie bij de bekende Franse violist en dirigent Jean-Jacques Kantorow aan de Musikhochschule van Basel. Hij verdiepte zich in barokmuziek, maar werkte ook samen met Lutoslawski en Kurtág, omdat ook de hedendaagse muziek hem fascineert.
Zijn eerste aanstelling als concertmeester kreeg de nog jonge violist in 1989. Nikolić' carrière raakte vanaf dat moment in een stroomversnelling, ook als solist. Hij werkte met tal van orkesten in Europa en kon prijs na prijs op zijn schoorsteenmantel zetten. In 1997 werd hij benoemd tot concertmeester van het London Symphony Orchestra, waar hij een bijzondere band ontwikkelde met Sir Colin Davis. Van deze maestro leerde hij hoe belangrijk het is om een eigen muzikale visie te bewaren. Om je niet te onderwerpen aan andermans autoriteit. "Als wij ooit eindigen door te praten op dezelfde manier, dan hebben wij verloren. Dus jij zegt wat je moet zeggen, ik zeg wat ik heb te zeggen, en dan komt er een brug", vertelt Davis hem. Woorden die hij nooit meer vergeet.
In 2000 wordt Gordan Nikolić benoemd tot professor aan het Royal College of Music en drie jaar later ook aan de Guildhall School of Music. Als hij in 2004 naar het Nederlands Kamerorkest komt, gaat hij bovendien doceren aan het Rotterdams Conservatorium. De musici zijn er geweldig gelukkig mee hoe deze topviolist het kamerorkest op zijn unieke wijze leidt vanaf de eerste lessenaar. Tijdens concerten neemt hij met zijn begeesterende beweeglijkheid niet alleen de orkestleden mee, maar de hele zaal. Nikolić speelt op een Lorenzo Storioni viool uit 1794.